Home De Avalon Pagina's Grotten in Belgie The Avalon Pages Caving in Belgium

Custom Search
 


Ecological Chemistry:


Caving & Climbing gear:

Outdoor and Innovation

Gemeente Edegem:

 
SDWorx:


Omhoog/Up

Hotnews Welkom bij Avalon! Wat doen wij? Jaaroverzichten Jaar tot Jaar Straffe verhalen Europese grotten Onze ontdekkingen Grotbescherming Techniek Software Memoires holenmens Explo's Anialarra Fotogalerijen Artikels & Docs De Avalon Flash Video Zone

TECHNIEK EN TOPOGRAFIE
De laser clinometer


Gedreven door het streven naar perfektionisme, maar ook naar gebruiksgemak, ontwikkelden we in 1995 een elektronische hellingmeter met laser, die snel een onmisbaar instrument bleek te zijn. (auteur: Paul De Bie).

INLEIDING

Een tijdje geleden las ik in Spelunca (juni 95) een artikel over een afstandsmeter met een ge?corporeerde laser. De nogal grote doos waarin dit alles zat ingebouwd, bevatte tevens een gewoon kompas en clinometer van het type Suunto. Vooral dit laatste vond ik nogal vreemd, daar er tegenwoordig elektronische alternatieven bestaan om hellingen te meten. Wij maken in onze club sedert begin 1995 gebruik van een elektronische hellingmeter waarop een kleine laser staat gemonteerd en dit met veel succes. De gewone Suunto clinometer blijft tegenwoordig thuis in de kast liggen.

Hieronder volgt een korte beschrijving van dit apparaat.

 

MATERIALEN

a) de elektronische hellingmeter: Hiervoor werd een elektronische waterpas van het merk Bosch aangeschaft, type DNM 6. Kostprijs 3.730 F + BTW. Deze waterpas is precies tot op 0,3 en geeft een digitale aflezing van de helling in graden.

b) de laser: een laser-aanwijzer van het merk "Infiniter", kostprijs zowat 2.000 F + BTW. Dit apparaatje lijkt als twee druppels water op een inox balpen en wordt gebruikt om bij dia- of transparantprojecties iets op het scherm aan te wijzen. Het geeft een felle laserstraal die tot 100 m ver schijnt en projecteert een zeer klein maar fel rood lichtpuntje. De laser is van de klasse IIIA, < 5mWMeeteenheid Bosch uitgangsvermogen.

 

MONTAGE

De (aluminium) waterpas is 60 cm lang. De meeteenheid zit centraal gemonteerd in het aluminium profiel.. We zagen het middengedeelte inclusief de meeteenheid er tussen uit, zodat we een stuk overhouden van +/-17,5 cm lang. (NB: Het is waarschijnlijk mogelijk om de meeteenheid uit de waterpas te slopen, maar om de montage van de laser achteraf te vergemakkelijken, deden we dit niet).
Het profiel van de waterpas heeft bovenaan een diepe gleuf, idaal om de laserpen in te leggen. We zetten ze vast met 2 plastiek beugeltjes (om elektriciteitskabel te bevestigen) en 2 metaalschroeven. Tot slot plakken we - eventueel - met wat siliconen een klein waterpasje vast achter op de waterpas (zie verder). Met siliconen maken we ook de openingen aan beide uiteinden van het afgezaagde profiel dicht.

Om het LCD-scherm en de drukknoppen te beschermen, plakken we er met tape een strook doorzichtig plastiekfolie overheen.Het gemonteerde geheel

BELANGRIJK: Alvorens de pen te monteren, moet men controleren of de laserstraal geen zijdelingse afwijking heeft. Leg de waterpas op een vlak oppervlak (tafelblad bv.). Leg de pen in de gleuf bovenop de waterpas en schijn naar een muur die zich +/- 5 m. verder bevindt. Wentel nu voorzichtig de pen rond haar as. De rode lichtvlek moet in principe op dezelfde plaats blijven. Indien ze een cirkel beschrijft, betekent dit dat de laserstraal niet perfekt in lijn staat met de pen: ze verlaat de pen onder een zekere hoek. Men moet ze dan zodanig op de waterpas monteren, dat de afwijking zich in het horizontale en niet in het vertikale vlak bevindt. Aldus heeft het geen invloed op de meting van een helling.

 

GEBRUIK

Men houdt de laserclinometer met de punt van de laserpen ter hoogte van het eerste topopunt. Men zet de laser aan en schijnt naar het volgende topopunt. Van zodra de rode lichtvlek op dit topopunt valt, drukt men op de geheugenknop van de waterpas. De gemeten helling wordt nu "vastgehouden" op het LCD-scherm, men kan de waterpas nu wegnemen en rustig aflezen. Men begeeft zich naar het volgende topopunt ...etc.

De topopunten kunnen zoals vroeger elk markant punt in de grot zijn: stalagmieten, rotspunten, uitsteeksels. Maar omdat deze niet steeds voorhanden zijn, gebruiken wij sinds jaren (dus ook met gewone clinometer) volgend zeer eenvoudig systeem: Van elektriciteitskabel (2,5 ?4 mm?) knipt men enkele stukken van zowat 40 cm lang. Aan een uiteinde plakt men een plastieken, wit schijfje ter grootte van een 20 F-stuk . Om deEen flexibel topopuntzichtbaarheid te verbeteren, kan men dit schijfje bekleven met reflekterend materiaal (scotch-lite). Het andere eind van de kabel wordt lusvormig gebogen zodat een "voetje" ontstaat. Deze verplaatsbare topopunten (door Guy "lollies" gedoopt) kan men overal neerzetten, in rotspleten wurmen, rond stalagmieten draaien, in de klei steken: kortom gedaan met zoeken achter een goed topopunt. Dankzij de scotchlite ziet men ze tientallen meters ver staan (zie foto hiernaast). Iedereen die dit systeem al eens heeft gebruikt, zal er nooit meer van willen scheiden. Vergeet evenwel niet om nu en dan een "fixe" topopunt achter te laten; belangrijk voor latere aanvullingen van het topowerk.

 

VOORDELEN

Om de voordelen van de elektronische clinometer te begrijpen, kan men best vergelijken met de "gewone":

- afleesbaarheid: steeds gemakkelijk afleesbaar . Dankzij de geheugenknop kan men de elektronische versie gewoon voor de ogen houden en verlichten met de helmlamp. De gewone clinometer is vaak moeilijk afleesbaar wegens te duister (werd weliswaar door ons opgelost dankzij de verlichting d.m.v. een kleine LED; zie de publicatie "Systeem van Bretaye...Integraal - 1992 SC AVALON") of wegens een bemodderd of aangedampt kijkglaasje.

- positie: de positie of plaats van het topopunt speelt weinig rol meer. Met de Suunto moet men steeds een topopunt kiezen waar men met het hoofd achter kan. Vooral een meting steil omhoog, met een topopunt dicht bij de grond kan onmogelijk blijken. Met de elektronische versie kan vrijwel elk punt gebruikt worden.

- precisie: deze bedraagt 0,3 graden tegenover 1 graad voor de Suunto. Ook is de kans op afleesfouten veel kleiner, daar de aflezing digitaal gebeurt. Met een gewone clinometer riskeert men nogal gemakkelijk om een meting van bv. 16 af te lezen als 6? of 26. Bovendien hebben wij proefondervindelijk vastgesteld met enkele Suunto-clinometers, dat deze een fout vertonen tot wel 2 , vooral in quasi-horizontale metingen. Onze ondervinding was dat ze vaak iets te positief aanwezen.
NB: controleer Uw clinometer best ook eens: plaats 2 stokken van +/- dezelfde lengte op een afstand van 10 meter van elkaar in Uw gazon. Meet van A naar B en omgekeerd: beide resultaten moeten identiek zijn, maar mekaars tegenpool (bv. +2 en -2). Herhaal de proef voor diverse hellingen. Indien U verschillen verkrijgt, probeer er dan rekening mee te houden in Uw topoberekeningen. Dit is soms moeilijk, daar de afwijking niet pers?voor alle hellingen constant is.

 

NADELEN:

- omvangrijker apparaat (groter + zwaarder)

- niet perfekt waterdicht (maar dit kan grotendeels opgelost worden mits een goed geplaatst stuk tape of wat silicone)

- gevoed door batterijen (9 V voor de waterpas, 2 AAA batterijtjes voor de laser). De autonomie van beide toestellen is echter zeer groot daar ze steeds discontinu gebruikt worden (meerdere "topo-dagen" mogelijk). Voorzie toch reservebatterijen.

- verschil tussen positieve helling of negatieve niet zo duidelijk. Kleine, zwarte driehoekjes op het LCD scherm wijzen aan of men de waterpas omhoog, dan wel omlaag richt, maar vanaf een helling van 45 wisselen deze om!. Uiteraard voelt of ziet men voor zulke sterke hellingen wel of het plus of min is, maar toch opletten bij de aflezing. NB: een handig snufje is het volgende: men kan de waterpas ondersteboven houden, waarbij de cijfers op de LCD-display automatisch worden omgekeerd!

- de aflezing is slechts juist als de waterpas in het vertikale vlak recht wordt gehouden (dus LCD scherm naar opzij). Als men hem, in het extreemste geval, plat zou leggen met het LCD scherm omhoog, dan is de uitlezing fout. Maar, men moet hem al echt heel scheef houden (meer dan 35) om een fout van meer dan 1 graad te veroorzaken. Toch hebben wij uit voorzorg een klein "luchtbelbuisje" van een waterpas gemonteerd, zodat men in één oogopslag ziet of men het toestel wel ongeveer recht houdt. (Dit probleem kent een gewone clinometer trouwens ook!)

- Het wordt niet aanbevolen om met de laser in de ogen van de collega-topograaf te schijnen (doch het is niet schadelijk)..

 

ERVARINGEN

Het werken in de grot gaat sneller. Het soms secondenlange getwijfel bij het aflezen van een gewone clinometer is er hier niet bij. Men werkt preciezer. Enkele gesloten topocircuits met een vrijwel perfekte sluitingsfout in het Z-vlak bevestigden ons dit (voorbeeld: in Réseau Nord van Trou Weron, in zeer lastige omstandigheden, voor een circuit van 98 m lang en 18 m hoogteverschil: sluitingsfouten X=13 cm, Y=11 cm, Z=0 cm!).

Het vereist enige oefening om snel het rode lichtpunt op het volgende topopunt te positioneren, maar het richtwerk wordt in grote mate vergemakkelijkt door het feit dat men de laserstraal zelf in de van waterdruppeltjes verzadigde lucht kan zien. Men werkt meer ontspannen, vooral in modderige, nauwe kl..-passages waar men met een gewone clinometer vaak tot wanhoop wordt gedreven.

De laserclinometer is zelfs overdag te gebruiken, voor het maken van oppervlaktetopos, op voorwaarde dat de afstand niet te groot wordt. De laser schijnt weliswaar heel ver, maar of men overdag over een afstand van 50 m een rood lichtpuntje van 2 mm groot kan zien, is een ander paar mouwen.

 

CONCLUSIE

Voor een kostprijs die niet zo veel hoger ligt dan die van een gewone clinometer, heeft men hier een veel handiger en nauwkeuriger toestel. In handen van een goede knutselaar, die het geheel in een waterdichte behuizing inbouwt, kan het nog beter worden. Het voornaamste is dat de combinatie elektronische waterpas + laser voldoet. Mocht een speleo-fabrikant een dergelijk toestel commercialiseren, dan zou het gegarandeerd slechts half zo groot kunnen zijn, nog meer aangepast zijn aan het ondergronds milieu en mogelijk goedkoper.

Het principe laser + meetinstrument kan trouwens nog uitgebreid worden. Waarom niet combineren met een kompas bijvoorbeeld? Knutselaars... aan Uw werkbank!

Aanvullingen anno 1998;
Het hierboven vermeldde model van waterpas wordt intussen niet meer door Bosch verkocht. De opvolger is de DNM 60 L, die als bijkomend voordeel heeft dat hij zichzelf DNM 60 Luitgeschakeld als hij een tijd niet wordt gebruikt, en dat er een indicator is die aangeeft dat de batterij moet vervangen worden.  Bosch heeft nu ook een digitale waterpas uitegbracht met ingebouwde laser, doch dit speelgoed kost 12.000 F en is veel omvangrijker dan wat wij ineen knutselden.  Zie hierbij een afbeelding van de nieuwe DNM 60L.

 
Contacteer/contact us:  SC Avalon vzw
Privacy beleid: Wij maken gebruik van externe advertentiebedrijven om advertenties weer te geven wanneer u onze website bezoekt. Deze bedrijven gebruiken mogelijk informatie (niet uw naam, adres, e-mailadres of telefoonnummer) over uw bezoek aan deze of aan andere websites om advertenties weer te geven over goederen en services waarin u wellicht geïnteresseerd bent. Als u hierover meer informatie wenst of als u wilt voorkomen dat deze bedrijven deze informatie gebruiken, klikt u op deze link: http://www.google.nl/privacy_ads.html