DE ANIALARRA 1998 EXPEDITIE
Ditmaal waren we volledig voorbereid op 3 weken exploratie. Er werd een
hoogtekamp ingericht nabij de ingang van de AN506, op 2170 m hoogte, dat
plaats bood aan 4 personen. Aangezien er simultaan op 2 verschillende plaatsen
werd gewerkt, zowat 2 kilometer uit elkaar gelegen, was alle materiaal (touw,
boormachines enz.) ontdubbeld. Ook nu weer stond het basiskamp op de Camping
Ibarra te St. Engrace.
AN506-POZO DE LOS NINOS (-410m)
Na een 10-tal afdalingen in de AN506 was dit de balans: de grote put verdiende
inderdaad de naam "Monstre" want hij bleek maar liefst 259m diep te zijn
en behield zijn grote diameter tot beneden. Hij werd de tweede diepste put
van het hele massief, na de Puits Lepinuex (320 m diep). Onderaan Le Monstre,
op -310 m, ontdubbelt de grot zich in verschillende evenwijdige putten.
Enerzijds een 100 m diepe put, in het verlengde van Le Monstre, anderzijds
een P68 (Puits Paul), een P62 (Puits Jos) en een P18 + P41 (Puits Maéénn?.
Verticaal werk genoeg dus, goed voor 818 m ontwikkeling. Jammer maar helaas:
op -410 m eindigde de zaak op een vlakke zandbodem... Hoewel we zo dichtbij
de rivier van Anialarra waren, moesten we verschillende minutieuze zoektochten
onze ambities laten varen om van onze grot een vierde ingang van het Systeem
van Anialarra te maken... Doch we waren zeker niet ontevreden!
Volg deze link voor een gedetailleerd verslag
van de eerste afdaling van de monsterlijke put!
FR1-TROU VAILLE QUE VAILLE (-337m)
De FR1 was de eerste grote grot die de Spéléoclub de Frontenac op het massief
exploreerde, en wel in 1971. Deze club werd aangevoerd door de legendarische
maar toen nog piepjonge Jean-Fran?is Pernette (amper 16 jaar oud). Hij
zou later de BU56 ontdekken, meer dan 1400m diep en nog steeds de diepste
van het hele massief.
De FR1 lag volgens de toenmalige topo's gunstig gepositioneerd ten opzichte
van de terminus van de Pozo Estella; slechts een paar honderd meter ervoor
en bijna pal boven de grot. De grot eindigde op -337m in te nauwe spleten...
Wij meenden dat het absoluut interessant zou zijn om deze grot te herzien,
daar ze al meer dan 25 jaar in de vergetelheid was geraakt en er sedertdien
een grote vooruitgang was geboekt op gebied van desobstructie. Stel dat
we de grot konden verbinden met de Pozo Estella, dan zouden wij een enorme
tijdwinst boeken om de terminus van de Pozo Estella te kunnen bereiken en
eventueel te desobstrueren. We maakten tijdens de zomer van 1998 dan ook
meer dan 11 afdalingen in deze grot. Hierbij werd o.m. artificieel geklommen
bovenaan de P90, die op -130 m begint. De sterke tocht die de grot aanzuigt,
wisselt hier immers van richting en verdwijnt ergens in het plafond van
de P90. Tegelijkertijd werden verbredingswerken aangevat op -337 m; geen
sinecure wegens het vele gesleur met boormachines en zware accus. Finaal
loonde de arbeid en konden de allersmalsten (Rudi en Annette) zowat 50 m
"première" doen, op een diepte van -340 m. Men belandde in nieuwe omhooglopende
schachten doch het einde van de vakantie zette een punt achter de verdere
exploratie. Toch was er niet echt veel hoop meer om met de Pozo Estella
te kunnen verbinden: er was niet voldoende tocht voelbaar, en daarenboven
hadden precieze plaatsbepalingen met een GPS aangetoond dat de FR1 niet
boven, maar wel 300 m naast de Pozo Estella lag!
AN519-POZO IBARRA
Tijdens onze talrijke prospectietochten werden verschillende interessante
gaten gevonden. Verreweg de beste was de AN519, die zeer sterk tochtte.
Hij lag geheel bovenaan de Anialarra, stroomopwaarts van de FR3 waarmee
hij denkelijk zou kunnen verbinden. De voorlaatste dag van de vakantie desobstrueerden
Jos en Paul de ingang en werd op -10m een vernauwing ge?imineerd. Vervolgens
deden we er minstens honderd meter première, dalend tot zowat -40m, met
halte op ...niets (donker gat met put achter, zeer sterke tocht, grote echo).
Kortom, een potenti?e -400? Vervolg in 1999!
AN523
Instortingsdoline, waaruit een hevige tocht waait, en die pal boven de terminus
van de Pozo Estella ligt (geverifi?rd met GPS). Enkele uren werken brachten
ons reeds een paar meter dieper tussen de blokken. In 1999 zal er een grote
werf worden ingericht om te proberen door te dringen in het allicht grote
grotsysteem dat zich onder deze doline moet bevinden.
Werden onze dromen waar? Lees er alles over in het verslag van
de Anialarra 1999 expeditie!
|