Kort verslag van de SC Avalon Anialarra
september-expeditie in 2008 van zaterdag 13/9 tot zaterdag 20/9
(met foto?s van Paul, Mark en Rudi)
Een expeditie van één week, dat is alles
of niets. Ze staat of valt met een goede meteo. Minstens vier dagen
stabiel weer zijn noodzakelijk. De hele ploeg moet fysiek en mentaal
in orde zijn. Het geluk was weer aan onze kant. De ploeg was een
??uipe de choc?, vier mensen die al 10 jaar in deze grot
exploreerden, die er zowat alle grote momenten hadden beleefd en
door wiens aderen het water van de Anialarra stroomt: Mark Michiels,
Rudi Bollaert, Annette Van Houtte en Paul De Bie, aangevuld met de
jonge leeuw Bart Saey die intussen ook al aan zijn derde
exploratiejaar toe is.
Maar de expeditie startte in problematische
omstandigheden, want zaterdag werd onze portage verstoord door een
plots koudefront dat een einde maakte aan lange periode warm weer.
Omhoog naar de Anialarra in gietende regen, die overging in ijsregen
en sneeuw. De plannen om de FR3 te desequiperen konden we opbergen,
want de grot bleek in flinke crue te staan. Moedige Bart waagde een
poging maar er was geen doorkomen aan, hij kwam als een verdronken
kip terug uit de ingangsput, een klimhandvat armer dat in de
waterval omlaag was gevallen. Het duo Paul/Annette besloot zelfs
geen poging te doen om hun plan uit te voeren: het herbekijken van
de AN60, waarvan we wisten dat de P16 zeer crue-gevoelig was.
Zaterdagavond 12/9/2008 bleven Paul en
Annette boven bivakkeren. Urenlang hagelde sneeuw en ijs op de tent
neer. De blizzard ging tegen de ochtend liggen, en bij het opstaan
zondagochtend bleek de Anialarra in een dikke witte vacht getooid.
Gelukkig waren de weergoden aan onze kant, de (bleke) zon brak door
de wolken en Meteo France voorspelde vier dagen droog en goed weer!
Maar in de grot zou het dooien van de sneeuwlaag ons vast en zeker
hinderen, en we hoopten dat we ons plan, de verdere explo van
Tintin, zouden kunnen uitvoeren.
Zondag 13/9/2008: Nadat het trio Bart,
Mark en Rudi ons had vervoegd, gingen we om 11 u van start in de
AN51. Inderdaad, de rivier beneden was indrukwekkend, hier en daar
hadden we moeite om te vorderen in het wilde en diepe water. Onze
ponto?s werden al op -500 aangetrokken.
In de ?Grande galerie? tussen Gibraltar en de
trémie op -650 m hadden we twee plannen: enerzijds gedetailleerd
hertopograferen van rechteroever van deze galerij, anderzijds grote
desobstructiewerken in de Boyau de l?Aspirateur, een gangetje op
-635 m dat een directe toegang zou kunnen geven tot de Rivière
Tintin. We hadden hiervoor speciaal de Ryobi-boormachine meegenomen.
Maar eens ter plaatse, bleek dat het gangetje ditmaal blies,
ongetwijfeld wegens de temperatuur buiten die rond het vriespunt
lag. Na twee uur werken met de Ryobi waren Annette en Paul bijna
gestikt in de uitlaatgassen van de 2-takt machine en zetten ze er
een punt achter. Ze gingen naar het bivak in de Salle des
Marsupilamis waar ze rond 20u arriveerden. De rivier bleek intussen
zo gezwollen te zijn dat ze nog amper over te steken was.
Intussen topografeerde het andere trio al een
deel van de Grande Galerie, waarbij vooral de soms wel 15 m hoge
steile oevers voor problemen zorgden. Mark zocht koortsachtig naar
andere gangetjes die mogelijk richting Tintin zouden kunnen lopen,
maar veel werd niet gevonden. Alle hoop is gevestigd op de
Aspirateur.
Om 21u zaten we allen samen in het bivak,
vervuld van de nodige twijfels over de explo van morgen. De
vo?e-mouillante van Tintin zou met dit debiet zeker niet passeren!
De volgende dag (maandag 15/9/2008)
werden de ploegen weer gesplitst. Iedereen vroeg op pad voor een
lange dag. Paul en Annette zouden weer naar de Aspirateur gaan. Zo
er niet te werken viel, zouden ze heel de topo van de Grande Galerie
proberen in te blikken. Om 13 u was er afgesproken met de andere
ploeg, die de Rivière Tintin zouden verder pushen. Ze zouden in de
buurt van de vo?e-mouillante in Tintin proberen om met Paul en
Annette stemcontact te maken, in de twee nauwe gangetjes die vanuit
Tintin richting Grande Galerie vertrokken.
In de Aspirateur bleek de tocht opnieuw te
blazen. Met de Ryobi werken was weer geen optie. Erger nog: in de
Tintin, bleken de twee gangetjes eveneens te blazen, wat de kans wel
erg klein maakt dat er een verbinding kan gemaakt worden (ondanks de
afstand die slechts 27 m bedraagt!). En na een kwartier roepen en op
fluitjes blazen, kon evenmin een akoestische verbinding worden
gemaakt. Dus schakelden Paul en Annette over op plan B: een hele dag
topo van de reusachtige Grande Galerie die in detail uitgetekend
werd. Tegen 21 u ?s avonds konden ze in het bivak genieten van een
welverdiende maaltijd en zich eindelijk een beetje verwarmen.
Het andere trio (Mark, Rudi en Bart) had geluk:
in Tintin was het water fel gezakt en ze geraakten door de
vo?e-mouillante. De exploratie werd verder gezet waar ze in
augustus was gestopt. Tintin bleef maar doorgaan, hoofdzakelijk in
canyon-stijl, met diep en ijskoud water (1?C). Ponto?s verplicht
dus! In combinatie met de hevige tocht werd het topograferen een
hels karwei. Bevroren voeten en vingers, drupneuzen, en veel kou
lijden. Toch blikte deze ploeg zowat 470 m aan première in (62
vis?s) en deden ze nog een verdere verkenning van een 100-tal meter
rivier zonder topo. Het blijft maar doorgaan! Onderweg werd een
ébouleuze zaal gevonden, waar nog een riviertje toekwam, dat
Affluent Fantasio werd genoemd. Deze vertrok in bijna noordelijke
richting. Zou dit de verbinding naar de Gouffre des Partages worden?
Tegen middernacht viel het trio het bivak
binnen, afgepeigerd na de kilometerlange tocht: de afstand van het
bivak naar de extreme amonts van Tintin bedraagt 3,5 km, voor
minimum 4 u progressie. Heen en weer is dit 7 km; bijna
vergelijkbaar met een traversée van de Pierre-St-Martin!
De derde dag, dinsdag 16/9/2008, weer
vroeg opstaan, want de hele ploeg trok weer naar Tintin. Chapeau
voor Mark, Bart en Rudi die dit twee dagen na elkaar konden
opbrengen! Onderweg namen we wat tijd om enkele foto?s te maken, en
een ponto-wissel aan de voute-mouillante kostte ook wat tijd, zodat
we finaal slechts om 15 u aan onze explo/topo-sessie konden
beginnen.
Paul en Annette topografeerden Tintin zo ver ze
konden. Gelukkig werd de ijskoude rivier over grote stukken
ontdubbeld door fossiele en vaak heel mooi geconcretioneerde
bovenverdiepingen, waarin de bevroren voeten wat konden ontdooien.
Een magnifieke exploratie, maar finaal ging de canyon over in een
actieve galerij van 3x3 m met veel brokkelige schist. We vreesden
een trémie en inderdaad: zowat 350 m voorbij de terminus van
gisteren is er een instortingszone waar voorlopig geen doorgang werd
ontwaard. Maar er werd slechts 5 minuten gezocht, er is nog een
grote fossiele meander te onderzoeken, en de tocht is nog steeds
hevig.
Het andere trio exploreerde en topografeerde de
Affluent Fantasio over meer dan 300 m (meer dan 50 vis?s!). Vaak
moeilijk en smal, maar dan tot ieders verrassing einde in een heel
grote galerij of zaal (75x20) waar een paar megaputten in het
plafond toekomen. Men dacht in de Gouffre des Partages te zijn
uitgekomen, maar na enig rondzoeken volgde het verdict: dit was
maagdelijk gebied!
Zowel in Tintin als Fantasio is nog veel werk,
want veel zijpassages of bovenverdiepingen werden nog niet bekeken.
Maar het zijn bijzonder zware, lange en vooral ge?gageerde explo?s.
Een crue overleef je niet in die canyons. De terminus van Tintin
ligt nu op 8000 m van de ingang van de grot. Men voelt zich daar
heel ver van de wereld verwijderd. Aan de gevolgen van een ongeval
in deze zone durft niemand te denken?
Om 19u30 ?s avonds vonden de twee ploegen
elkaar terug aan het begin van de Affluent Fantasio. Een soepje
opwarmen, wat eten, en dan weer op weg voor een lange terugtocht,
met onderweg de gehate Puits des Daltons. Rond middernacht in het
bivak terug. Elke spier in ons lijf deed zeer, maar de warme wijn
(dank u Bart) maakte alles goed. In bed rond 2 u ?s ochtends.
Woensdag 17/9/2008. s Morgens uitslapen,
bivak opkramen en inventariseren, sherpakits op de schouders gehesen
en naar buiten. Onderweg even gestopt aan de Aspirateur, waarin de
tocht nu weer naar binnen gierde. Fijn, buiten zal het dus warm weer
zijn. Hier werken we in ieder geval volgend jaar aan verder!
Nog 4 km blokken lopen, 400 m putten opklimmen
en woensdag om 18u kwamen we buiten, in een schitterend zonbeschenen
decor. Geen zaliger gevoel dan dat; het beste moment van de hele
vierdaagse. Iedereen voelde zich geradbraakt, elke spier deed pijn,
de een had last van rugpijn, de andere van zere knie? of ontstoken
gewrichten en pezen, en sommigen hadden al die dingen tegelijk. Het
hoort erbij. Dat is speleologie, en zeker op de Pierre-St-Martin.
Maar vooral: respect voor Annette, die met haar
onvoldoende herstelde voet vier dagen lang door de grot hinkte en
pijn verbeet.
Donderdag 18/9/2008 was een rustdag.
Proberen de dodelijke moeheid uit onze lijven te krijgen. Een halve
dag topogegevens zitten verwerken. Gauw bleek dat we nog lang niet
aan de Partages zijn. Tintin volgt de weg die de geologie haar
oplegt: een kilometerslange breuk die in noordoostelijke richting
loopt. Deze breuk wordt twee maal gekruist door een kleinere
contactbreuk, en het is de tweede die waarschijnlijk de reden is van
de instorting waarop Tintin eindigt.
Vrijdag 19/9/2008 was dan de herkansing
gepland van vorige zaterdag: enerzijds desequiperen van de FR3,
anderzijds de AN60. Annette kon nog amper stappen, en besloot de
komende twee dagen haar voet rust te gunnen.
Mark en Bart desequipeerden de FR3 zo snel ze
konden, zodat ze daarna nog konden gaan rondkijken op het terrein
boven de Tintin. Het is een gebied dat we wel kennen, want in de
buurt van het geel gemarkeerde pad waarlangs we in de beginjaren
omhoog stapten. Ze vonden een blaasgat in een doline, en de hele
zone verdient volgens hen een grondig onderzoek. De breuk waarin
Tintin loopt is aan de oppervlakte zeer goed herkenbaar.
Rudi en ik gingen naar de AN60. Die grot hadden
we veel te lang verwaarloosd. In 2004 geraakten Annette en ik, na
jaren van verbredingswerken, eindelijk voorbij de extreem
geventileerde ?boyau? (verbreed over 25 m lengte). We ontdekten toen
een putje van 5 m, gevolgd door een 15-tal meter heel nauwe meander.
Halte op een versmalling, en teleurstelling. Sindsdien waren we er
niet meer teruggekeerd. Die meander moest absoluut opnieuw bekeken
en getopografeerd worden, want dankzij onze nieuwe en precieze
topo?s van de FR3, werd hoe langer hoe meer duidelijk dat de AN60
perfect gepositioneerd was om de verbinding tussen de FR3 en de
Anialarra te kunnen opleveren.
Rond de middag stonden Rudi en Paul op -40, in
de zaal van de AN60. Vooraleer de meander in te duiken, had Paul
eerst nog een ander karwei te doen: in deze zaal vertrekt er ook een
nauwe gang die een stevige tocht aanzuigt. Hier hadden we nooit in
gewerkt. Terwijl Rudi het equipement afwerkte, lag Paul al in die
nauwe gang met de Hilti te boren. Een uur later konden we tot ons
plezier een bijna kaarsrechte geconcretioneerde gang exploreren
(1x0,6 m) (Galerie des Silex). Na 30 m, verrassing: voor onze
tekende zich een gapend zwart gat af: een put die een meter of 15 ?
20 diep scheen te zijn. Mooi zo! Terug maar, die put was voor later,
tijd voor de meander nu (onze timing was erg strikt vandaag).
In de meander was de tocht opnieuw beestachtig
hevig. Binnen de 5 minuten waren we allebei verkleumd en met een
snotneus aan het topograferen. De terminus van Annette in 2004, een
S-vormige vernauwing van 15 cm breed, bleek voor Rudi evenmin
passeerbaar. Maar die tocht dan, en vooral die fenomenale echo die
onze stemmen secondenlang deed galmen. Een put moest vlakbij zijn!
Ons besluit stond al gauw vast: morgen kwamen we hier terug!
Zaterdag 20/9/2008. Het was heerlijk
weer. De vermoeidheid van de voorbije dagen begon zwaar door te
wegen en we sjokten de berg op. We splitsten vandaag weer in 2
ploegjes. Rudi en Paul weer naar de AN60; Mark en Bart naar de AN51.
Zij gingen daar wat onderzoek doen naar de vele lucarnes en meanders
die we in de ingangsputten opmerkten, tussen 0 en -200 m, en waar we
nooit aandacht aan hadden besteed. Het duo amuseerde zich urenlang
prima; ze ontdekten en topografeerden diverse parallelputten, die
wegens gebrek aan tijd niet allemaal afgedaald konden worden. Finaal
kwamen ze buiten met meer vraagtekens dan vanochtend! Vooral één
meander met stevige tocht, die eindigde in een zaaltje met een grote
put in de vloer (> 20m), was bijzonder intrigerend.
Rudi en Paul trokken in de AN60 alle registers
open. De Hilti deed wat hij moest doen, één voor één gingen alle
versmallingen eraan. Tegen 15 u zaten we allebei, bont en blauw
weliswaar, heel tevreden boven de rand van een grote en brede put.
Stenen vielen een meter of twintig diep, maar de echo en de tocht
lieten veronderstellen dat dit maar een voorproefje was van het
echte werk. Wat een voldoening na vele jaren desobstructiewerk, in
zoéén moeilijke omstandigheden. Maar het afdalen van die put zal pas
voor volgend jaar zijn, onze tijd is op. Buiten ruimden we het kamp
op, en na een laatste portage stonden we rond 20 u aan de
ARSIP-chalet waar Annette ons opwachtte met lekker eten, Pacharan,
rode wijn en zelfs Rochefort 8. Tot volgend jaar!
Wat cijfers
De augustus- en september expeditie samen deden
het Systeem van Anialarra groeien van 21,2 naar 24,3 km.
Zowat 3 km erbij dus. We kunnen hier best mee leven. Ter
herinnering: toen we de grot in 1999 ?overnamen? van onze
voorgangers, was de totale lengte 9,0 km.
De grot komt nu op de derde of vierde plaats
terecht van het massief (quasi gelijk met Lonn?Peyret)
1) Complexe Pierre Saint
Martin - Gouffre des Partages 80200 m
2) Arrestelia 59600 m
3) Réseau d?Anialarra 24308 m
4) Réseau Lonn?Peyret 24276 m
5) Grotte d?Arphidia 22300 m
De diepte van de
grot bedraagt, na de nieuwe topo?s van de Grande Galerie, -735 m
(trémie Crimson)
Exploreren = topograferen. In de 12 jaar dat we
op het massief exploreren, maakt dit:
|
Alle grotten op het
massief door ons getopografeerd |
Enkel Systeem van
Anialarra |
Aantal toposessies |
198 |
150 |
Aantal vis?s |
3770 |
2944 |
Lengte gemeten |
30,3 km |
24,8 km |
Lengte uitgesloten |
3,3 km |
3,0 km |
Gemiddelde vis? |
7,9 m |
8,3 m |
Volume aan galerijen |
1,7 miljoen m? |
1,62 miljoen m? |
Gemiddelde
galerijdiameter |
8,0 m |
8,6 m |
Vloeroppervlak |
186000 m? |
162600 m? |
Wandoppervlak |
715600 m? |
622600 m? |
|
|
|
Ik laat het aan u
over om te becijferen hoeveel uren we hier mee bezig waren, en
hoeveel topoblaadjes er volgeschreven werden.
Klik hier voor een
toposynthese Anialarra-AN8-Partages
Klik hier voor een fotogalerij met foto's van de
September-expeditie
Perspectieven 2009
Voor 2009 is er bijzonder veel werk aan de
winkel. In het Systeem van Anialarra: de verdere exploratie van de
Rivière Tintin, de desobstructie van de Aspirateur, de verbinding
Anialarra ? FR3, en de desobstructie van de trémie Crimson, de
actuele stroomafwaartse terminus op -735 m. Op het massief: de
exploratie van de AN60, de parallelputten van de AN51, de Gouffre
Venus, zoeken naar een ingang boven Tintin of de Réseau post-trémie,
en nog een 40-tal andere objectieven die in de loop der jaren op de
?Todo? list zijn terecht gekomen?We zullen trachten in 2009 een
extra grote ploeg samen te stellen...
Paul De Bie, expeditieleider