Een expeditie die na amper 7 dagen brutaal wordt onderbroken door
een omvangrijke reddingsoperatie... wat kan dat opleveren, zal je
denken. Wel, na verwerking van alle topogegevens en wat gecijfer
mogen we in feite niet klagen en kunnen we tevreden zijn.
Er werd zowat 900 m aan nieuwe galerijen geëxploreerd. De totale
lengte van de grot bedraagt nu 21318 m. De diepte
veranderde een weinig: we zitten nu op -734 m,
tegenover -731 m vorig jaar. Onze terminus van vorig jaar werd wel
over +/- 300 m gepasseerd (in vogelvlucht dan) doch de helling van
de rivier is hier quasi nihil.
In totaal hebben we nu in het gedeelte achter de grote instorting
("de" trémie) op -648 m, die tot in 2005 de terminus van de grot
was, meer dan 6 km aan nieuwe galerijen verkend. En het is nog lang
niet gedaan!
Er werd ook nog verder gewerkt in het FR3-systeem; zo werd o.m.
eindelijk de AN57 getopografeerd; een ijsgrot die met de FR3
verbindt na een lang en moeilijk parcours van verijsde meanders. De
lengte van het FR3-systeem is nu om en bij de 1800 m voor een diepte
van -413 m. We hebben dit jaar jammer genoeg slechts één dag kunnen
besteden aan de mogelijke verbinding tussen het Anialarra Systeem en
de FR3, die er in feite een zijrivier van vormt. Deze verbinding
blijft op de verlanglijst staan, omdat het Anialarra Systeem er dan
bijna 2 km langer op zou worden en drie extra ingangen krijgen.
Ook Pozo Georges (AN546) kreeg twee dagen bezoek van Avalonners;
echter grote hoeveelheden sneeuw maakten de werkzaamheden in deze
grot er niet gemakkelijk op.
We (Annette, ik en kinderen) zijn weer thuis. Annette per vliegtuig,
ik per auto. Ze maakt het goed, maar heeft nog een flinke
revalidatie voor de boeg. Aarzel niet haar op te beuren, op het
gekende mailadres. Ze droomt alweer van de Anialarra, overigens.
Ik wil trouwens iedereen danken die ons op welke manier ook, blijken
van sympathie en goede wensen heeft bezorgd.
Terugblik op de reddingsactie
Terug uit de Hel, blokletterden sommige kranten.
Helemaal niet, natuurlijk. De Pyrenee?, de Sierra de Anialarra, het
fantastische grotsysteem waar we nu al 11 jaar lang exploreren, zijn
een paradijs op aarde.
De Hel, dat weten we nu, dat zijn de
media: kranten, radio en TV, die op een ogenblik dat het je
totaal niet uitkomt, een immense druk op iedereen uitoefenen: op de
expeditieleden, de reddingswerkers, de clubgenoten in België de
hospitaaldirectie en op Annette zelf. Gelukkig hebben ze bijna
allemaal een positieve berichtgeving verzorgd; bij nalezing van een
twee centimeter dikke map persknipsels zijn onze haren maar twee
keer overeind komen te staan, hebben we maar een vijftal keer luid
geschaterlacht. Voor het overige was het werkelijk vrij correct en
positief gebracht. En het zou leuk zijn mochten we ook eens onze
versie van de feiten kunnen geven; en de mensen eens kunnen
uitleggen wat we daar nu eigenlijk in die grotten doen! Er was een
tijd dat explorators nationale helden waren. Nu moeten we ons
blijkbaar verantwoorden.
Foto: geweldig, volgens sommige Vlaamse kranten zat Annette 5
KILOMETER diep! De diepste vrouw van de planeet, met andere woorden.
Toch een speciale vermelding voor ATV, die er zelfs niet voor
terugdeinsde om iemands leegstaande woning te komen filmen, buren te
interviewen die wij nog nooit van ons leven hebben gezien, laat
staan gesproken, oude filmbeelden te vertonen van een reddingsactie
in een totaal andere grot, en ongegeneerd foto?s van de website te
jatten waar nochtans duidelijk bijstaat dat ze onder de auteurswet
vallen. Voor zo'n soort "journalistiek" bestaat een woord. Op te
zoeken in de "van Dale", onder de "R".
Tja, het leven loopt niet altijd zoals je het wel zou willen.
Zaterdagochtend 4 augustus zat ik nog een verslagje op het blog te
typen, van de eerste vierdaagse tocht, en te mijmeren wat de tweede
ploeg, onder leiding van Annette, zou ontdekken. Hoe kon ik weten
dat Annette, diezelfde dag, om 19 u, in de galerie Rantanplan een
zwaar rotsblok op de voet zou krijgen toen de ploeg na een geslaagde
exploratiedag terugkeerde naar het bivak!
Annette?s voet was verpletterd, ?fricassee? zoals ze zelf zegde. De
EHBO-set werd erbij gehaald maar gauw werd de ernst van de zaak
duidelijk. Veel, veel bloed en pijn, maar de ploeg zat nog op 700 m
afstand en liefst 140 m dieper dan het bivak. Daar waren tenten,
slaapzakken, vuurtjes: rudimentair comfort weliswaar maar oh zo
belangrijk in deze 3,5 graden koude grot. Lopen, zelfs staan bleek
onmogelijk. Op handen en knie? naar het kamp kruipen was de enige
optie, bijgestaan door de teamgenoten: Tjerk, Didier, Bart en
Lieven.
Foto: Annette in betere tijden in Puits Lucky Luke, één van de
obstakels die zij later met haar gebroken pootje diende te
overwinnen.
Rantanplan, dat zijn lastige en niet al te grote galerijen (2 ?3 m
diameter), waarin een hevige koude tocht waait.. Hoe ze de Puits
Lucky Luke en de Daltons is opgeraakt; 60 m smalle putten met
stukken oppowerk, versmallingen, zelfs een ?paraplu?, weet ik niet.
Op karakter zeker? Dat heeft ze zat. Daarna honderden meters
doorheen de galerie des Schtroumpfs, dan de bijna verticale Grand
Toboggan op (60 m hoog!), de gigantische Salle Gargamel door (met
blokken zo groot als vrachtwagens) en tot slot nog een paar putten
af, om midden in de nacht het bivak te bereiken en daar de
beslissing te nemen: hier moet hulp aan te pas komen!
Foto: 6 Aug, 23u45: Annette gereed op -648 m... voor een meer
dan 30 uur durende brancardage
Zondagmiddag, rond 14 uur bereikten Tjerk en Bart de oppervlakte en
sloegen ze alarm per GSM. Ik zat op de camping en belde direct naar
vriend Jeff Godart (Speleo Secours), en de reddingsactie kwam traag
maar zeker op gang. Om 20u30 pikte een helikopter de eerste ploeg
op, die geleid werd door Mark. Ik had nl. een moeilijke keuze moeten
maken: zou ik zelf in het eerste team afdalen, of iemand anders
sturen? De tweede keuze bleek de beste, vooral vanuit
organisatorische en familiale overwegingen.
Foto: Mickey Douat en Jeff Godart (Conseillers Techniques Spéléo
Secours Fran?is) leidden de operatie op voortreffelijke wijze
In die eerste ploeg zat ook een speleodokter. Mark joeg het team aan
rekordvaart omlaag, en ze arriveerden rond 2u maandagochtend in het
bivak bij Annette! Het verdict van de dokter was duidelijk: diverse
breuken (middenvoetsbeentjes) en grote open wonde. Ge?fecteerd
daarenboven, en tot overmaat van ramp was Annette allergisch aan tal
van medicijnen, zoals peniciline. De dokter stuurde onmiddellijk
Lieven en Didier terug naar buiten, met de ?bilan medical?.
Ikzelf daalde om 3 u maandagochtend af om een éénicola? (draadloze
grotradio) te installeren op de Plage des Galets op -545 m. Ik
wachtte er op de terugkomst van Lieven en Didier, die er rond 8u ? s
ochtends doorkwamen. Met de radio seinden we alle informatie naar de
oppervlakte door, en werd verzocht om brancardageploegen. 30 ?50
man schatten we toen nog.
Toen ik de putten uitklom, rond de middag (maandag), daalde de
volgende ploeg (met brancard en andere dokter) reeds af, onder
leiding van Rudi. Jef Godart had goed begrepen dat het van belang
was om in elke ploeg iemand van onze expeditie te stoppen, om als
gids te fungeren in het voor hun totaal onbekende grotsysteem. In
deze eerste ploeg herkende ik vele vrienden van Annette, o.m.
Brigitte, met wie ze twee jaar geleden een secoursstage had gevolgd.
Dat zou haar vast en zeker plezier doen.
Enfin, ik ga hier niet de hele secours uit de doeken doen, daar zal
nog wel genoeg over geschreven worden. We hadden het geluk dat het
exploratieseizoen in volle gang was, en dat we hier de competente
speleologen maar uit te kiezen hadden. En daarbij, we kenden ze
allemaal al jaren, want de speleo?s die op de PSM exploreren zijn
één grote familie. Dank aan de mannen van Rodez en de Aveyron, de
mannen van Amalgame, de Tritons, de andere Arsipiens en vooral de
eigen teamleden die zich onbaatzuchtig dagenlang inzetten!
Aangezien de grot in Spanje ligt (300 meter!) was de Guardia Civil
Montana ook van de partij, en in ruime getalen (40). Dit maakte het
niet zo eenvoudig want die mensen zijn geen echte speleologen, maar
bergredders en speleoreddingstechnieken is (nog) niet hun sterkste
ding. Zij werden dan ook vooral ingezet in de brancardage in de
semi-horizontale galerijen en naar het schijnt waren ze daar
bijzonder effici?t in. Het uitklimmen van de 400 m putten was voor
de meesten van hen een zware dobber. Voor Annette ook, want het uit
de putten takelen van de brancard duurde liefst 11 uur, en toen was
ze al meer dan 20 uur lang doorheen de kilometerlange ondergrondse
rivier gezeuld en ging ze haar zesde dag onder de grond in, waarvan
de laatste 3 zonder één minuut slaap (vanwege de pijn vooral).
Annette kwam buiten op woensdag 8 augustus om 5u ? s ochtends. Drie
en een halve dag na het ongeval? inderdaad in zoéén grote
grotsystemen is zo een redding een zaak van dagen. Geduld is een
schone deugd. Ook voor de mensen buiten, ik kan er van meespreken.
Foto: 7 augustus, O2u22 Halte rond -550 m, met links Brigitte,
een vriendin
Het was in elk geval een voorbeeld van een effici?te operatie. Een
perfecte samenwerking tussen de Speleo Secours Fran?is, de
Sapeurs-Pompiers, de Gendarmerie de Haute Montagne van Oloron en de
Guardi Civil Montana. En wat vooral deugd doet, waar je hart echt
van vol stroomt: die ongelooflijke solidariteit tussen speleologen.
E? voor allen, allen voor één. Een gekwetste speleoloog, daar doe
je alles voor. Of zoals het devies van ARSIP, de asSociétéatie die alle
speleo"s groepeert die op het Pierre-St-Martin massief exploreren:
"Le maillon n'est rien; la cha?e seule compte" (de
schakel is niets; enkel de ketting telt).
Foto: na haar drie dagen durende calvarie kan Annette zelfs nog
lachen met de veel te grote broek van het skipak waarin ze wordt
gestopt!
Spijtig van het afgrijselijk slechte weer (regen, mist, wind en
koud), en zeggen dat we op drie weken expeditie, overwegend mooi
weer hebben gehad.
Na de secours was het evenwel niet gedaan voor Avalon! Er was in de
grot een massa materiaal en afval achtergebleven en enkele dagen
later werd een eerste ?opkuistrip? gehouden naar -545 m, waaraan ook
onze dochter Kim deelnam, die met haar 18 jaar een eerste klas
speleologe aan het worden is. De journalisten hadden het moeten
weten.
Begin deze week werd dan de exp?beééndigd met een tweedaagse tocht
naar het bivak. De eerste avond werd nog duchtig geëxploreerd in de
?Réseau Post-trémie?. Het duo Marcel/Rudi passeerde zelfs de
voute-mouillante waarop de Affluent Tintin eindigde en exploreerde
honderden meters aan grote galerijen. Halte op niks! Het trio Erik/Raf/Karl
had minder geluk in de Affluent Tournesol, die na 120 m eindigde.
Ondanks het ongeluk, zo vroeg in de expeditie, kunnen we van een
succes spreken. De stroomafwaarte sifon op -731 m werd gepasseerd en
Annette?s ploeg blikte er liefst 450 m aan topo in. Einde op een
blokkeninstorting met hevige tocht. In Terranef werd een 100-tal
meter bijgevonden, in Tintin dus ook zowat 200 m. Links en rechts
blijven nog vele mogelijkheden lonken, die we wegens tijdsgebrek
niet konden doen.
Ook in de Pozo Georges (AN546), die mogelijk een boveningang van het
Systeem van Anialarra zou kunnen worden, werd gewerkt en zitten we
boven een nieuwe put!
We dromen dus al om terug te gaan, en dat was ook gepland in
september. Hoogstwaarschijnlijk wordt deze expeditie nu verschoven
naar de eerste week van oktober.