Terug naar
het verslag van de september 2006 expeditie
Verslag van de
oktober/november-exp?van SC Avalon in het Systeem van Anialarra (PSM)
Waarheen ging die zijrivier? Naar de Gouffre
des Partages? En hoe ging de Galerij Terranef verder? Leidde ze
via fossiele verdiepingen naar de AN8, of zou ze ons opnieuw toegang
verschaffen tot de rivier, achter de eindsifon van de Rivière
Haddock? En dan die hele zone rond de Galerij Rantanplan; die was
slechts oppervlakkig onderzocht. Wel 10 zijgangen moesten nog worden
geëxploreerd en in kaart gebracht. Om maar te zwijgen over die
verdomde clinometer? de topo van de Rivière Haddock Amont in
september had uitgewezen dat hij een paar graden fout was. Met die
clino was ook in augustus heel veel gemeten. Was dat dan ook
allemaal fout? Hoe kon ik dan mijn topo?s uittekenen, deze winter?
Een massa vragen en problemen dus. Teveel om
nog bijna een jaar mee rond te lopen. We moesten terug!
In de week van Allerheiligen hadden we daar
tijd voor. Een grote gok, dat wel: sneeuw of regen konden we
missen! Maar de weergoden waren ons gunstig gezind. Een hele week
heerlijk zacht herfstweer verwelkomde de 5-koppige ploeg bestaande
uit Annette Van Houtte, Bart Saey en Paul De Bie (SC Avalon,
België, Patrick G? (MASC, Fr) en Eric Boyer (MJC Rodez, Fr.)
Op weg naar het bivak (foto: Eric Boyer)
Het vijftal arriveerde maandag
tegen 18 u in het luxe bivak in Salle des Marsupilamis op ?575m,
afgepeigerd na de vele ondergrondse kilometers met zware
sherpazakken. Terwijl Annette het bivak versierde met slingers,
zodat we op gepaste wijze Halloween konden vieren, gingen Patrick en
Eric nog wat rondwroeten in de Salle Gargamel.
Dinsdag waren we om 10 u ?s
ochtends op pad. We splitsten ons in twee topoploegen op. De vele
zijgangen van de Galerij Rantanplan leverden bijna 350 m première
op, en een topografie die veel weg had van een bord spaghetti. De
Galerij Yoko Tsuno, een grote onderverdieping van Rantanplan werd
over 165m gemeten, en haar fantastische excentrieken werden
gefotografeerd. Salle Sidonie werd opnieuw gemeten, en hieruit
konden we afleiden dat de clinometer in augustus naar behoren had
gefunctioneerd? oef!!
Die avond vielen we tegen 20 u 30 terug in het
bivak binnen, met meer dan 700 m topo ?première? in de boekjes. We
waren niet al te fris meer, vooral de terugkeer doorheen de
venijnige Puits des Daltons was slopend: een 60 m diepe afwisseling
van kleine, scherpe putjes, smalle meandertjes en étroituren.
Belgisch gekloot dus. Het werd een gezellige avond, waarbij diverse
soorten alcoholische aperitieven de innerlijke mens verwarmden en de
bijtende, vochtige kou van onze omgeving verdreven.
Belgisch gekloot in de Puits des Daltons
(foto: Eric Boyer)
Woensdag stonden we extra vroeg
op, en waren we reeds om 9 u ?s ochtends weg. De exploratiezone ligt
immers reeds twee uur verwijderd van het bivak, en vandaag hadden we
grote plannen. Na Rantanplan en Salle Sidonie volgde voor Patrick
en Bart het onbekende: de indrukwekkende Galerie Vaillant, de
sympathieke Salle Sophie en dan uiteraard de onvergetelijke aankomst
boven het balkon Castafiore, waaronder de rivier dreunde.
Ons doel was de exploratie van de zijrivier,
die we de Rivière Tintin doopten. Deze begon nogal laag (1m50 hoog)
maar alvast 8 m breed. 100 meter verder keken we met zijn vijven
onze ogen uit naar de 15 m brede en 5 m hoge galerij die zich
eindeloos ver voor ons uitstrekte. Prachtige concreties, een
klaterende rivier met vele watervalletjes, beddingen van schist of
keienstranden en een stevige tocht in het gezicht: alle
ingredi?ten waren aanwezig voor een onvergetelijke première. Twee
keer dienden we ons te bukken. Een zijrivier (Rivière Tournesol)
werd even over 30 meter gevolgd (3x5m), ze liep door! Iedereen
genoot met volle teugen, dit was geen alledaagse exploratie. Aan
elk sprookje komt echter een einde, in dit geval was het geen echt
einde maar wel een zeer lage voute mouillante. De 20 cm lucht boven
het 1m30 diepe water kon niemand bekoren, ondanks de frisse
luchtstroom die ons in het gezicht blies. Dat was voor een volgende
keer, met ponto of neopreen dan wel. Beide topoploegen blikten de
Rivière Tintin op enkele uren tijd in: 721 m in één ruk!
Die avond maten we opnieuw het grootste deel
van Rivière Haddock amont op, die we in september met de slechte
clino hadden gemeten, en werd ?even? een nieuwe verbinding ontdekt
en getopografeerd tussen het begin van de Galerie Vaillant en de
Rivière Haddock. Een belangrijke binnenweg dus, via een put van 12
meter. Het stroomafwaartse deel van de Réseau (Galerie
Terranef) werd niet meer bezocht: de verbinding met de AN8 zal nog
een jaartje moeten wachten!
Aankomst in het bivak om 21u, in euforische
stemming maar toch wel ?gebroken?. Naar goede traditie had
iedereen een klein flesje ?iets? meegebracht en dus vierden we de
ontdekkingen met warme wijn, Turkse Raki, Ratafia (een locale drank
uit de Aveyron), Schotse whisky en J?ermeister. Zo worden
droogvoedingen pas echt lekker!
Halloween sfeer in het bivak (foto Paul De
Bie)
Donderdag: terugkeer naar de
beschaving, net op tijd buiten om de laatste zonnestralen mee te
pikken. Zoals steeds, na 4 dagen duisternis en kou, een magisch
moment. De afdaling naar het skistation gebeurde in het
schemerdonker maar over een maanbeschenen lapiaz. Genieten tot op
het laatste moment, ondanks de zware rugzakken, de vermoeidheid en
zere spieren.
Heel laat, diezelfde avond werden de metingen
van de Rivière Tintin in de computer gestopt en onze monden vielen
collectief open van verbazing. De rivier ging helemaal niet naar de
Partages, maar pal Oost. Ons eindpunt lag op slecht enkele
tientallen meters van? onze eigenste rivier van Anialarra, voor de
trémie wel te verstaan! Onvoorstelbaar. Was de rivier Tintin dan
niks anders dan een aftakking van de rivier van Anialarra? Zouden we
ze ermee kunnen verbinden? In dat geval, zouden we een autostrade
openen waardoor we onze exploratiezone in 40 minuten konden bereiken
in plaats van 3 uur. De doorsteek van de levensgevaarlijke tremie
zou niet meer nodig zijn en het geploeter door de fossiele
verdiepingen evenmin. Dromen staat vrij.
Bart in Galerie Yoko Tsuno
Conclusie
Het was weer goed. De Belgisch-Franse ploeg draaide op
wieltjes, de ambiance was steeds geweldig. Montpellieriaanse humor
en Antwerpse humor blijken finaal zeer aan elkaar verwant.
Tijdens deze expeditie voegden we weer 1,1 km
toe aan het Systeem van Anialarra, dat de 20 km grens passeert en nu
20,3 km meet voor een diepte van -731 m. Begin
augustus 2006 stond de teller nog op 16,8 km /-648m!
De Réseau "Post-trémie" die in
augustus 2005 werd ontdekt, na het forceren van de eindtremie
van de grot op -648m, strekt zich intussen reeds uit over meer
dan 5000 m, en het einde is nog niet in zicht.
Het wordt eentonig, maar we kunnen weer zeggen
dat de expeditie van 2007 mooie perspectieven inhoudt?
Paul De Bie
Topo
In het geel en blauw de ontdekkingen van 2006
(blauw = rivier)