DE GROTTE STRAUSS (DURBUY)
In maart 1994 ontdekte
SC AVALON een kleine maar mooie grot,
gelegen op het grondgebied van Durbuy. De grot is van
paleontologisch belang en is daarom beschermd.
HISTORIEK
Een clublid, Marc Stuyts, bijgenaamd "de Strauss", ontdekt tijdens een
solitaire prospectie op een ijzig koude winterdag in 1992, een minuskuul
spleetje (10 cm x 20 cm) dat een dampwolk uitblaast.
In maart gaat "de Strauss" met hamer en beitel zijn spleet te lijf. Het
is snel duidelijk dat er zwaardere middelen nodig zijn en daarmee wordt
dan ook verder gewerkt in april en juni '92. Problemen met plaatselijke
jagers remmen de zaak gedurende 6 maanden af. In januari 1993 werken we
nog verder, maar niemand gelooft echt in "de spleet van de Strauss" die
nu over 2 meter lengte verbreed is maar nog steeds slechts 15 cm breed blijft.
W? hebben we gemerkt dat stenen die in de spleet vallen, vrij diep van
een schuin vlak omlaag rollen...dus toch interessant?. Desondanks, einde
der werken gedurende exact één jaar.
In januari '94 hervatten we het werk, met Hilti-breekhamer en stroomgroep.
We vorderen goed in de brokkelige rots en krijgen er weer moed in. In maart
'94 geeft de spleet zich eindelijk gewonnen. Een juichende Rudi schuift
als eerste een steile coul? af en belandt 7 meter lager in een geconcretioneerd
zaaltje. We volgen met 4 en exploreren gauw-gauw een ruime horizontale galerij
en een labyrinth van drukgangetjes. Na een voorzichtige passage door een
erg gedecoreerde hoek van de grot, belanden we tenslotte in een zeer brokkelige
en sterk dalende galerij, die we prompt "Galerie Sprotch" dopen ("sprotch"
is een zelfgemaakt woord dat bij ons in de club wordt gebruikt om onstabiele
of brokkelige rots aan te duiden). Jammer genoeg levert de galerij geen
vervolg op (zie foto hieronder).
Ook latere exploraties en desobstructies hebben weinig succes. Wel worden
in de grote galerij beenderen van bruine beren gevonden. We vinden kaaksbeenderen
van minstens 4 individuen, allen geheel aan de oppervlakte liggend.. Deze
diersoort kwam in Belgiëvoor vanaf de laatste IJstijd en stierf hier uit
rond het jaar 1000 na Christus. Klaarblijkelijk zijn deze dieren niet langs
de nauwe spleet binnengekomen die wij hebben verbreed. De grot kende vroeger
een veel ruimere ingang, aan de oostkant van de grote horizontale galerij.
BESCHRIJVING
Na de nauwe ingang schuiven we een sterk hellend vlak af en belanden
in een vrij ruime en mooi gedecoreerde zaal. Aan onze voeten opent zich
een verzakking die toegang geeft tot een 1,5 m lager gelegen horizontale
galerij: de Galerie des Ours met een sectie van 1,5 x 1,5 m. In Westelijke
richting kan ze over een 30tal meter worden gevolgd tot waar de sedimenten
ze volledig hebben opgevuld. Onderweg kunnen we zeer mooie erosiefenomenen
bewonderen, het snel stromende water heeft er de rots in zeer vloeiende
vormen geboetseerd. De galerij wordt door een aantal dwarsdiaklazen doorsneden,
echter allen veel te nauw.
Als we de galerij naar de andere kant volgen (oostelijk), valt vooral
de vloer op, die bedekt is met honderden kleine "bloemkooltjes" die jammer
genoeg onder de laarzen vergruizen. E?zelfde spoor volgen is hier de boodschap.
De galerij eindigt in een grote, zanderige Eboulis die de oorspronkelijke
ingang volledig afsluit.
Ten noorden van de Galerie des Ours (zie
foto hiernaast), ontwikkelt zich een amusant labyrinth van
onderling verbonden drukgangen, waarvan één perfect cirkelvormig is met
een sectie van 1,5
meter.
Terug naar de "ingangszaal"... een lage passage, waar we heel voorzichtig
tussen de concreties moeten kruipen, brengt ons in de Galerie Sprotch. Hier
lijken we wel in een andere grot te zijn beland. De galerij is gevormd in
een "laagvoeg" en is bezaaid met grote maar dunne "plakken" rots die als
dakpannen de vloer bedekken. De hoogte van de gang is zowat één meter, de
breedte 3 ?4 m; de helling is sterk. Op een diepte van -20,5 meter sluit
de galerij zich definitief.
De totale ontwikkeling van de grot bedraagt 159 m voor een niveauverschil
van -20,5 m.
PALEONTOLOGISCH BELANG
Wij hebben enkel het materiaal verzameld dat zich aan de oppervlakte
bevond, en de Galerie des Ours niet verder verstoord. In april 1994 hebben
we de bevoegde instanties (t.t.z. F. Collin van het Museum te Ramioul, verantwoordelijke
voor de opgravingen in de provincies Luik en Luxemburg) op de hoogte gebracht
en hen volledig ingelicht (foto's, topo's, kadastrale gegevens etc.). Jammer
genoeg wachten we tot op heden nog steeds op een reactie. Blijkbaar is de
belangstelling in paleontologisch materiaal gering. Desondanks vinden we
dat de grot een grondige studie verdient, het handelt hier immers over een
nog totaal maagdelijke vindplaats. Beenderen van bruine beren zijn trouwens
veel zeldzamer dan die van de frequentvoorkomende holenbeer.
Een mooi hoekje in de grot:
TOEGANG & LIGGING
De grot is aktueel afgesloten met een poort en is niet toegankelijk.
Zolang ze niet door bevoegde instanties onderzocht is geworden, zal deze
toestand niet wijzigen. Wij wensen de exacte ligging van de grot niet bekend
te maken, om eventuele verstoring van de palentologische vindplaats te voorkomen.
We kunnen enkel zeggen dat ze in de gemeente Durbuy ligt, Provincie Luxemburg.
GEOLOGIE & HYDROLOGIE
De grot is gevormd in het Givetiaan "b". Aktueel is ze fossiel, maar
vroeger functioneerde ze waarschijnlijk als ondergrondse meanderafsnijding,
dit dan via de Galerie des Ours en het Labyrinth. Ten einde de Galerie des
Ours treffen we een 50 cm dik pakket riviergrint aan, bewijs van het ooit
actieve karakter van deze gang.
De Galerie Sprotch daarentegen is eerder van tektonische oorsprong, gevormd
in een laagvoeg van schisteuze kalksteen, die progressief "afbladert" in
grote platen. Deze galerij volgt de helling van de lagen, hier zowat -30
?-34.
Daar de ingang zowat 17 meter boven het aktuele rivierpeil ligt, mogen
we veronderstellen dat deze ondergrondse meanderafsnijding reeds zeer lang
geleden ophield met functioneren, toen de rivier buiten zich in het dal
insneed. Vervolgens diende de grot als schuilplaats voor beren, tot de instorting
van een hoger gelegen rotsmassief de ingang voor duizenden jaren afsloot.
|