Een mega-vervolg voorbij de Siphon 6
Het zat eraan te komen, maar niemand die er zijn vel op durfde te
verwedden... maar toch! Gisteren zondag 28/10/2007 gaf de grot opnieuw
één van haar grote geheimen prijs.
Het was weeral een symfonie van buizen en slangen, pompen en dammen,
boormachines en een pak gereedschap; met als doel de klaterende
ondergrondse rivier te temmen. De dirigent (uw dienaar Polleke) kon
rekenen op een goed gerodeerd orkest Avalonners (Mario Lebbe, Jos Beyens,
Frank Saenen). De drie gasten (Michel Pauwels, Jacques Petit en Jack
London) zagen met verbazing hoe op een klein uur tijd, een
ogenschijnlijk onoverzichtelijk kluwen aan ribbelbuizen en slangen op
effici?te wijze de rivier kanaliseerde en hoe de Sifon 6 werd leeg
geslurpt door een sterke pomp. Over de Sifon 5 (Siphon Moche) praten we
overigens al een tijdje niet meer: dat obstakel passeert nu zonder
pompen!
Wat later zat dan het hele gezelschap in de Salle des Cinquantenaires,
waar de duikers een gangetje hadden open gegraven, dat de volgende S7
(ondoordringbaar) leek te kunnen shunten, met einde op een étroiture en
zicht op een grote ruimte. Ik maakte - op lawaaierige wijze - in enkele
ogenblikken komaf met die étroiture, daarna was het tijd voor echte
exploratie! Het hele gezelschap wurmde zich door de vrijgekomen passage,
behalve Mario die de wacht aan de pomp hield.
Foto: Michel passeert de leeggepompte Sifon 6
In een eerste zaaltje, met een enorme druipsteenwaterval rechts, was de
weg evident: de rivier volgen. Even door een vernauwing en dan een
tweede zaaltje, waarin de rivier 5 meter verder verdween in het meest
gevreesde obstakel: een nieuwe sifon (S8). Zeer nauw, bovendien.
Scheisse!
Maar vijf meter hoger lonkte een mooie fossiele galerij, met een
diameter van zowat 2 meter. We zaten daar snel boven, de opgewonden
karavaan kroop door deze gang maar grote kleiopvullingen deden ons
vrezen dat het gauw zou dichtlopen, soms moesten we ons op de buik
tussen plafond en klei wringen. Zo geraakten we een 50-tal meter ver,
tot waar de klei net iets te hoog komt. Maar we zagen verder en er komt
een duidelijke tocht uit!
Vijftien meter voor die terminus, vertrok er rechts een even grote
galerij, die flink steeg. Een drooggevallen zijrivier, dachten we, en we
hadden er niet veel hoop in. Toch konden we er 30 meter ver in geraken,
tot waar het opnieuw net iets te laag werd. 5 cm graven, dixit Frank.
Links en rechts exploreerden we nog wat ?kleine prul? en dan
hergroepeerden we. We hadden zowat 100 m bij gevonden, echter de rivier
waren we kwijt en beide terminussen betekenden graafwerk! Toch waren we
al best tevreden!
Afwisseling van de wacht: Mario die de wacht had gehouden aan de pomp
wisselde van plaats met iemand anders. Ik ging ergens boven in een
cheminee een uur lang een blok te lijf dat de doorgang naar een nieuwe
ruimte versperde. Michel en Jacques begonnen in de rivierbedding keien
te ruimen om het niveau van de S7 te doen zakken. Frank en Jack hadden
intussen een schop bemachtigd en begonnen te graven in de ?fossiele
zijrivier?.
Foto: Frank in de zopas ontdekte nieuwe galerijen
Toen kwam Jos met het nieuws dat Frank en Jack erdoor waren, dat het
groter werd en steil omhoog liep. Ik was nog steeds in de cheminee bezig
en gaf Jos de raad het duo dan maar achterna te gaan. Een kwartier later
stond Jos er terug: hij was alleen niet door de erg smalle uitgegraven
passage durven kruipen. Dus ging ik eens zien waar dat duo uithing. De
smalle passage bleek mee te valen, ik had meer last van de dikke lagen
neopreen en op mijn adem trappend en stoomwolken uitblazend kroop ik
verder. Na de uitgegraven gang werd het direct ruimer. Het steeg en
bleef stijgen, ik legde wel 75 meter af maar van Frank en Jack geen
spoor. Toen begon het plots weer te dalen. Hoe kon dat? Toen viel mijn
Eurocent: ik was helemaal geen fossiele zijrivier opgeklommen, maar een
enorme drooggevallen sifon, en wel het omhooglopende deel ervan. Ik
belandde nu in een soort canyon, met schitterende concreties en juichte
het uit.
Foto: schitterend... een droom voor elke
speleoloog
De voetstappen van mijn voorgangers waren amper zichtbaar; de gang
splitste een paar keer en ik twijfelde. Ik riep maar er kwam geen
antwoord.
Toen kwam ik aan een sifon. Ik begreep er niets van: waar zaten die
gasten toch? Finaal zag ik dat het slechts een lange vo?e-mouillante
was, het troebele water gaf aan dat hier reeds volk was gepasseerd. Na
dit geforceerd bad (welgekomen afkoeling!) werd de galerij natter; geen
rivier, slechts infiltratiewater. Een ongelooflijke opeenvolging van
druipsteenwatervallen en diepe, uitgekristalliseerde bassins die ik
afklauterde. Sommige bassins stonden vol borstdiep water. Fantastisch,
het leek wel een Franse grot. Toen hoorde ik stemmen: Frank en Jack, die
op de terugweg waren. Zij waren nog 90 meter verder geweest, tot waar de
galerij eindigde op een sifon. Een ruime, duikbare sifon.
Foto: en het blijft maar verder lopen...
honderden meters
Tien minuten lang wisselden we onze indrukken uit, we waren dolblij. Dan
terug naar de anderen, Jack telde intussen zijn stappen. In de Salle des
Cinquantenaires stond het vast: we hadden vandaag zowat 450 meter
bijgevonden! Het was intussen erg laat en Jos en Mario (Jacques en
Michel waren intussen reeds naar buiten) besloten het bezoek aan de
éénieuwe Réseau? tot een volgende keer uit te stellen.
Moet het nog gezegd worden dat er menige Rochefort gedronken is die
avond? De Fagnoules is nu de 2000 meter ruim voorbij, en op diverse
plaatsen vertrekken nog niet geëxploreerde gangen. We hebben weer
exploratie en topowerk voor maanden, en vooral: die Sifon 6 gaat er ook
aan moeten geloven. We weten dus weeral wat doen.
Zondag plukten we de vruchten van jarenlange volharding, van goede
voorbereiding en technisch vernuft, het juiste materiaal, de ideale
meteorologische omstandigheden, en een uitstekende samenwerking tussen
duikers en niet-duikers. Walen en Vlamingen nota bene, en dat is toch
altijd weer een verademing in het huidige politieke klimaat.
Paul (foto's: Jack London en Frank Saenen)